‘We moeten ontsnappen aan het verdienmodel van Silicon Valley’

© Vera de Kok
Maarten Reijnders Maarten Reijnders is freelancejournalist in Amsterdam.

Auteur Andrew Keen heeft grote kritiek op de tech-bedrijven in Silicon Valley. Met name Facebook-CEO Mark Zuckerberg kan in zijn ogen weinig goed doen. ‘Hij is veel te lang in zijn eigen sprookjes blijven geloven.’

De Brits-Amerikaanse schrijver Andrew Keen geldt als de Antichrist van Silicon Valley. Met zijn boek The Cult of the Amateur (2007) was de gewezen internetondernemer – hij richtte halverwege de jaren negentig de dienst Audiocafe.com op die tijdens de dotcom-crisis van 2000 ten onder ging – een van de eerste personen uit de boezem van de Amerikaanse tech-wereld die vraagtekens zette bij het luid beleden vooruitgangsgeloof dat in die sector zo populair is.

Technologie is volgens Keen niet het antwoord op alle problemen. Integendeel, nieuwe technologie kan juist allerhande nieuwe problemen veroorzaken. Zo wijst hij in zijn nieuwste boek How to Fix the Future op de gevaren van privacy-schendingen en polarisatie door sociale media en waarschuwt hij voor de groeiende ongelijkheid en toenemende werkloosheid als gevolg van technologische ontwikkelingen.

Het is een boodschap die vandaag in vruchtbare aarde valt. Berichten over smartphone-verslaving en Russische trollen die proberen verkiezingen naar hun hand te zetten met nepnieuws, het toegenomen aantal flexibele, slecht betaalde banen en de privacy-schandalen bij Facebook hebben bij menigeen de ogen geopend voor de schaduwzijden van de digitale revolutie. Tijdens een recent bezoek aan Amsterdam treft Keen op een warme zomeravond een uitverkochte zaal met mensen die zijn verhaal instemmend lijken aan te horen.

Toen ik Keen ruim tien jaar geleden na het verschijnen van The Cult of the Amateur voor het eerst sprak was dat wel anders, zeg ik als hij aan het eind van de avond zichtbaar vermoeid met een glas Cola light neerploft op een bank. Veel mensen uit de tech-industrie verweten Keen dat hij een veel te negatief beeld schetste van sociale media, burgerjournalistiek en de gratis-cultuur op internet die desastreuze gevolgen zou hebben voor traditionele media.

‘Inmiddels zijn er veel meer mensen die zich daar zorgen om maken’, zegt Keen, die gekleed gaat in de onofficiële outfit van Silicon Valley: spijkerbroek en zwart T-shirt. ‘Er komen regelmatig mensen naar me toe die zeggen: “Ik was het destijds met je oneens, maar nu zie ik dat je een punt had.”‘

Kritiek op de tech-sector lijkt inmiddels wijdverbreid. Mark Zuckerberg van Facebook werd ter verantwoording geroepen in het Amerikaanse Congres en in het Europarlement. En onlangs was er zelfs een predikant in Palo Alto, de stad in het hart van de Amerikaanse tech-sector, die de ‘ongebreidelde hebzucht’ van de internetondernemers hekelde.

Keen: ‘Ik ben zelf niet bepaald een baken van nuance, maar ik denk wel dat we moeten oppassen om niet iedereen die in de tech-sector werkzaam is aan de schandpaal te nagelen. Het is makkelijk om kritiek te hebben op de mensen in de tech-industrie, maar het zijn tegelijkertijd de slimste mensen van hun generatie. We moeten oppassen dat we niet een al te simpel wereldbeeld schetsen waarin internetondernemers per definitie een stel slechteriken zijn. De mensen die in de tech-sector werken, zijn complexe persoonlijkheden. Kijk naar iemand als Bill Gates, die de eerste helft van zijn leven stal van de maatschappij maar inmiddels met zijn liefdadigheidswerk heel veel teruggeeft aan diezelfde maatschappij. Of neem Marc Benioff, de CEO van Salesforce.com, die eveneens begrijpt dat grote rijkdom grote verantwoordelijkheden met zich meebrengt.’

Mark Zuckerberg lijkt zich nog niet echt bewust van die verantwoordelijkheden.

Keen: ‘Zuckerberg is in veel opzichten nog een kind. Hij verkijkt zich voortdurend op de publieke opinie: hij komt pas in actie als de kritiek in alle hevigheid losbarst en niet meer valt te negeren. Zijn probleem is dat hij veel te lang in zijn eigen sprookjes is blijven geloven. Zuckerberg worstelt nog steeds met de realiteit dat veel van waarin hij geloofde, niet waar blijkt te zijn. Hij beloofde de wereld te verbinden met Facebook, maar in werkelijkheid drijft hij mensen uiteen. Hij dacht dat Facebook zou leiden tot meer openheid en eerlijkheid, maar in plaats daarvan misbruiken trollen zijn platform om chaos en verwarring te creëren en leugens te verspreiden.’

U bent wel heel weinig enthousiast over sociale media.

Keen: ‘Sociale media zijn allesbehalve sociaal. Uit onderzoek blijkt dat mensen die veel gebruikmaken van Facebook zich eenzamer en geïsoleerder voelen. Facebook personaliseert alles. Het is geen dienst die gemeenschappen creëert, maar een extensie van onszelf. Dat leidt tot narcisme.’

En Twitter dan? Is dat niet heel anders dan Facebook?

Keen: ‘Twitter is misschien niet zo’n narcistisch medium, maar wel de ultieme echokamer. Mensen sluiten zich daar op in hun eigen gemeenschappen. Het is een opiniegetto waarin je hoofdzakelijk wordt bevestigd in je eigen meningen. Er vindt nauwelijks oprecht debat plaats tussen progressieven en conservatieven, of tussen Amerikanen en Europeanen.’

Wat moet Facebook doen om het tij te keren?

Keen: ‘Facebook moet zijn verdienmodel radicaal op de schop nemen. Als gebruikers worden gedwongen om te betalen voor de dienst, zullen veel van de problemen die Facebook nu heeft met bijvoorbeeld privacy als sneeuw voor de zon te verdwijnen. Facebook en ook Google hebben hun verdienmodellen gebaseerd op het aanbieden van een gratis dienst waarbij gebruikers betalen met hun gegevens. Ik geloof niet in dat gratis model. Dat zal blijven leiden tot meer en meer privacy-schandalen, en het gevolg daarvan zal zijn dat niemand Facebook meer wil gebruiken. Als Facebook wil overleven, moet Zuckerberg het roer omgooien, maar ik weet niet of hij dat wel wil en of hij daarvoor dapper genoeg is.’

Facebook heeft eerder dit jaar wel gesleuteld aan zijn algoritme. Het doel daarvan is ‘om mensen weer dichterbij elkaar te brengen’.

Keen: ‘Het probleem is dat niemand precies weet wat dit gesleutel aan het algoritme precies betekent. Mijn indruk is dat het vooral cosmetische veranderingen zijn geweest: het is als het verschuiven van de stoelen op het dek van de Titanic. Zuckerbergs reactie op de kritiek dat Facebook is misbruikt door trollen die nepnieuws verspreiden, bestaat erin om minder nieuws te laten zien en meer berichten van vrienden en familie. En dat terwijl er juist behoefte is aan geloofwaardige, door journalisten gecureerde content.’

U spreekt in uw boek uw bewondering uit voor Eurocommissaris voor mededinging Margrethe Vestager die verscheidene tech-bedrijven flinke boetes heeft opgelegd. Waarom?

Keen: ‘Regulering is nodig om de macht van de tech-bedrijven in te dammen, en de Europese Unie loopt daarmee voorop. Niet alleen door bedrijven te beboeten die de concurrentie op illegale wijze buitenspel zetten of de belastingen ontduiken, maar bijvoorbeeld ook met de nieuwe privacywetgeving. Ik ben ook onder de indruk van Duitsland dat een bedrijf als Facebook aanspreekt als mediabedrijf en verantwoordelijk stelt voor de haatdragende content die op hun platform verschijnt. Ik hoop dat Amerika dit voorbeeld volgt, al is die kans onder Trump misschien niet zo groot.’

Volgens u zouden internetondernemers veel meer naar de geschiedenis moeten kijken. In uw boek trekt u bijvoorbeeld een parallel tussen de tech-bedrijven in Silicon Valley nu en de auto-industrie in het Detroit van de jaren zeventig. Wat is de overeenkomst?

Keen: ‘In de jaren vijftig waren de Amerikaanse autofabrikanten oppermachtig: iedereen wilde hun producten hebben. Dat begon te schuiven toen er onder invloed van activisten als Ralph Nader steeds meer kritiek kwam op de veiligheid van die auto’s. Consumenten begonnen daardoor in de jaren zeventig de voorkeur te geven aan Japanse en Duitse auto’s. De overeenkomst tussen iemand als Zuckerberg nu en de bazen van de autofabrikanten in het Detroit van destijds is hun arrogantie. Omdat ze de markt domineren zijn ze niet in staat om de kwetsbaarheid van hun positie onder ogen te zien.’

Vooralsnog heeft Facebook nochtans niet erg te lijden onder de schandalen. Mensen blijven het massaal gebruiken.

Keen: ‘Maar jongeren niet. Onder die doelgroep heeft Facebook zijn aantrekkingskracht verloren. Zij maken gebruik van hele andere apps.’

Zoals Instagram en WhatsApp die ook eigendom zijn van Facebook…

Keen: ‘Hoewel Instagram niet zo politiek is als Facebook, zal het uiteindelijk tegen dezelfde problemen oplopen. En WhatsApp heeft niet eens een verdienmodel. Het enige wat werkt, is gebruikers geld vragen voor het gebruik.’

U maakt zich zorgen over de toegenomen ongelijkheid die mede het gevolg is van technologische ontwikkelingen. Arme mensen zullen niet blij zijn als ze straks moeten betalen voor Facebook of WhatsApp.

Keen: ‘Waarom is dat een probleem? Arme mensen moeten ook voor hun brood, hun televisie en hun telefoon betalen. Waarom zouden ze dan niet voor hun informatie kunnen betalen? Dat consumenten niet willen betalen voor zaken is nu juist een van de redenen dat we zo veel problemen hebben. Als je consumenten dwingt om te betalen, zoals The New York Times bijvoorbeeld doet met zijn paywall, dan zie je dat dat leidt tot content van hoge kwaliteit en tevreden consumenten. We moeten ontsnappen aan het verdienmodel van Silicon Valley. Ik roep al jaren dat de werkwijze van Facebook en Google waarbij zij ons gratis informatie geven in ruil voor onze gegevens, fundamenteel verkeerd is. Aanvankelijk dachten mensen dat ik gek was, maar inmiddels begint men te zien dat deze vorm van “surveillance capitalism” tal van vervelende neveneffecten heeft. Ik ben benieuwd hoe men er over tien jaar over denkt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content